Dit artikel is voornamelijk gericht op ondernemers en kleine bedrijven, maar uiteraard zijn deze tips voor iedereen handig om betere smartphone-foto’s te maken.

Als ondernemer heb je doorgaans niet zelf de kennis en apparatuur in huis om high-end foto’s en video’s te produceren. Toch is dat ongelofelijk belangrijk, in een tijd waarin online content, ads en je website de sleutel zijn tot het verkopen van je product. Zelfs bij directe sales zijn goede foto’s en video’s een essentieel deel van de verkoopstrategie.

Maar het goede nieuws is dat vrijwel iedereen tegenwoordig een smartphone heeft, met daarin een goede camera. Hoewel er natuurlijk nog altijd duidelijke verschillen zijn met professionele camera’s, zijn de smartphone-camera’s voor de meeste online marketing goed genoeg. Het enige wat je moet weten is: Hoe maak ik hiermee een goede foto? 

In dit blog deel ik m’n jarenlange ervaring met het maken van professionele foto’s en video’s, en leer je hoe je de beste resultaten uit je smartphone-camera haalt. Je leert o.a. welke instellingen je moet gebruiken, welke camera op je telefoon je moet gebruiken en hoe je de juiste belichting kiest.

De 3 basis-factoren van belichting

Laten we beginnen met de basis. Er zijn namelijk 3 factoren die de technische essentie vormen voor het belichten van je foto. Deze 3 factoren zijn: Sluitertijd, diafragma, en ISO. Hoewel camera’s en ook de camera’s in onze smartphones een automatische modus hebben waarmee je een aardig resultaat kunt bereiken, kun je met het handmatig naar wens instellen van deze factoren veel betere foto’s maken. De professionals doen niet anders omdat het gewoon écht veel beter is als je dit kunt.

Sluitertijd

De sluitertijd van je camera staat voor hoe lang een foto genomen wordt. Dat klinkt misschien gek, want een foto is een beeld, toch? Maar om dat beeld te krijgen, moet de sensor van je camera (vroeger een filmrolletje) een bepaalde hoeveelheid licht ontvangen via de lens. Je camera slaat dan in één beeld op wat het ziet gedurende de periode die je bepaalt met je sluitertijd.

Dat betekent dus dat je in het donker eigenlijk een langere sluitertijd wilt. Je sensor ontvangt dan namelijk meer licht! Dus het is heel simpel: Als je 2 seconden een foto neemt, dan ontvangt je sensor dus 2 keer zoveel licht als wanneer je een foto van 1 seconde neemt. Dat is ideaal als je iets fotografeert dat niet beweegt, maar als je camera of je onderwerp bewegen, dan is het wat minder handig. Dat zit als volgt:

Je moet je voorstellen dat je sensor gedurende de periode dat de foto genomen wordt al het licht ontvangt dat voorbij komt. Het nadeel daarvan is dat als iets beweegt, dat je sensor dus licht ontvangt van al die verschillende plekken waar het bewegende object is in die tijd. Dat lijkt misschien ingewikkeld, maar stel je voor dat je iets 10 tellen filmt en dan alle beelden van die film op elkaar legt, zodat je ze tegelijkertijd ziet. Dat is ongeveer het effect wat je krijgt bij een sluitertijd van 10 seconden.

Heb je wel eens geprobeerd een selfie te maken van jezelf en vrienden in de kroeg? Die zijn vaak ‘bewogen’ omdat je telefooncamera probeert zoveel mogelijk licht te ontvangen, dus een langere sluitertijd kiest, maar daarom ook alle bewegingen opvangt van jou en je vrienden.

Wat kun je hiervan leren? Zorg dat je genoeg licht hebt om geen lange sluitertijd nodig te hebben. Stel dat je een foto maakt van personeel of andere bewegende onderwerpen, zorg dan dat je genoeg licht hebt of in ieder geval overdag fotografeert.

Tegelijkertijd kun je ook foto’s van stilstaande zaken verbeteren door juist een langere sluitertijd te nemen. Dat heeft te maken met de “ISO”. Hoe dit precies zit kom ik nog op terug, maar het komt erop neer dat je je ISO kunt verlagen door een lichtere foto te maken met een langere sluitertijd, waardoor je minder ruis in je foto’s hebt. Maar nogmaals: Dat werkt alleen als datgene wat je fotografeert en je camera beiden totaal niet bewegen!

Heb je wel eens een foto als deze gezien? Mensen denken vaak dat dit met programma’s als Photoshop gedaan wordt, maar dit krijg je door een lange sluitertijd, van bijvoorbeeld 10 seconden. Maar waarom kun je de voertuigen niet zien, maar de straat en de lichten wel? Dat komt omdat de hoeveelheid licht relatief is. Omdat de straat en omgeving gedurende de volle 10 seconden licht reflecteren naar de sensor, is het licht hiervan relatief sterk. Ook het licht van de lampen is relatief sterk, daarom zie je op de foto elke plek waar de lamp was tijdens die 10 seconden, tegelijkertijd. Maar omdat de voertuigen geen licht geven en steeds op een andere plek zijn, is het licht dat ze van elke plek reflecteren richting de sensor relatief veel zwakker. Ze vallen daardoor vrijwel volledig weg, relatief tot sterkere bronnen van licht.

Er is nog een reden waarom sluitertijd belangrijk is. Heb je wel eens rare strepen in je foto gezien als je binnen een foto maakte, of een foto van je scherm maakte? Dit kun je ook beïnvloeden door de sluitertijd! Het probleem is namelijk dat de frequentie waarmee licht uitgezonden wordt door lampen en schermen vastligt. Die frequentie moet gelijk lopen met je sluitertijd, anders geeft dat rare effecten. De meeste lampen en schermen hebben een frequentie van 50 of 60 Hz of een meervoud daarvan. Je kunt deze effecten dus tegengaan door een sluitertijd van 1/50 of 1/60 seconden te kiezen. Bonus-tip: Dit werkt ook zo voor video!

ISO

ISO staat voor de gevoeligheid van je sensor. De afkorting is niet belangrijk, die staat voor “International Standards Organization” en heeft eigenlijk niks te maken met wat het doet. Het zorgt er gewoon voor dat je foto lichter is, maar het nadeel is dat je ruis introduceert. 

Met “ruis” bedoel ik pixels die niet helemaal het juiste resultaat geven. Ze zijn te donker of te licht, of geven de verkeerde kleur. Je camera zal dat vervolgens intern proberen te corrigeren door “ruis reductie” en andere slimme software-trucjes, maar het effect zal nooit zo mooi zijn als bij een lage ISO. 

De ruis valt bij een lage ISO nog mee, maar hoe verder je ISO omhoog gaat, hoe erger dit wordt. Eigenlijk wil je dus je ISO zo laag mogelijk hebben. Een basis ISO is doorgaans een waarde van 100. Soms kan deze ook nog lager maar dat heeft andere redenen waar ik nu niet te diep op in ga, en het is over het algemeen niet nuttig. Bij telefoons is het meestal wijs om de ISO niet hoger te hebben dan 400, daarboven krijg je meestal zichtbare ruis in je foto. Doe dat alleen als je iets fotografeert wat echt snel beweegt, waardoor je een kortere sluitertijd nodig hebt.

Diafragma

Diafragma staat voor hoe ver je lens open staat. Inderdaad, de opening van een lens is in te stellen. Dit geldt echter doorgaans niet voor smartphones. Zelf heb ik een smartphone met 2 diafragma-standen maar dat is vrij uniek.

Maar toch, wat betekent het als een lens verder of minder ver open is? Dat gaat wederom over licht: Een lens die verder open is, vangt meer licht op. Daarnaast zorgt een lens die verder open is ervoor dat de achtergrond en voorgrond van je foto minder scherp zijn. Dat kan mooi zijn, bij portretten bijvoorbeeld.

Zoals gezegd heb je dit niet of nauwelijks onder controle op de smartphone. Maar een vage achtergrond kun je ook anders creëren: Maak de afstand tussen je onderwerp en de achtergrond relatief groter ten opzichte van de afstand tussen de camera en je onderwerp. Simpel gezegd: Als je een vage achtergrond wilt hebben, kies dan voor een achtergrond die zover mogelijk weg is.

Ook als je de “portretmodus” van je telefoon gebruikt, die zelf een vage achtergrond toevoegt met software, heeft het zin om een achtergrond te kiezen die ver weg is. Dat maakt het voor de software makkelijker te herkennen wat de achtergrond is en wat het gezicht, zodat je betere resultaten krijgt met de kunstmatige achtergrond. 

Toegang tot pro-functies

Hoe kom je in deze instellingen? Dat is een beetje lastig omdat het natuurlijk verschilt per telefoon. Op Android telefoons noemen ze dat doorgaans de ‘pro’ mode. Deze modus is op verschillende manieren toegankelijk, maar dat verschilt per fabrikant en model. Gelukkig is het vrijwel altijd toegankelijk, en makkelijk online op te zoeken.

Voor iPhones ligt het ietsje lastiger. De optie is wel beschikbaar, maar niet in de standaard camera-app. Het is dus nodig om een extra app te installeren waarmee je meer controle krijgt over hoe je foto’s eruit zien. Een voorbeeld is de camera app “Camera 2”, maar er zijn allerlei opties. Als je online zoekt naar termen als “pro camera app iphone” dan kom je vanzelf opties tegen.

Dit was deel 1 van de 3-delige serie over goede foto’s maken met je smartphone! Het volgende deel komt er zo snel mogelijk aan.