Dit artikel is een vervolg op deel 1, over de 3 basis-instellingen van elke camera.
Licht
Licht is, zoals je misschien ondertussen hebt begrepen, het belangrijkste onderdeel van fotografie. Het is tegelijkertijd ook iets waarover ontzettend veel te weten valt. Maar één ding is makkelijk te zeggen: Daglicht is vrijwel altijd de beste optie. Daar is wel een uitzondering op: Soms kan daglicht veel te fel zijn. In dat geval is mogelijk een plekje in de schaduw beter.
Mocht je toch binnen een foto maken, probeer dan sterker licht van een wat grotere afstand te gebruiken. Eventueel kun je ook een lamp van een andere smartphone gebruiken om licht vanuit andere hoeken te laten komen. Dit licht is mooi wit en geeft daarom zuiver licht op je onderwerp.
Soms kan licht te scherp zijn, waardoor schaduwen op en rondom je onderwerp veel te ‘hard’ zijn. Dat geeft harde lijnen die soms mooi kunnen zijn, maar meestal niet de bedoeling. Gelukkig is er een methode om dit op te lossen: Een simpel A4 velletje! Hou deze op zo’n 10 cm afstand van je lamp (tussen je lamp en je onderwerp natuurlijk) en je krijgt direct veel zachtere schaduwen. Het nadeel is wel dat de hoeveelheid licht gelijk een stuk minder wordt, dus je zult hier zelf mee moeten experimenteren.
Ook heel belangrijk om te weten: Het oog wordt altijd getrokken maar het lichtste deel van een foto. Dus als je bijvoorbeeld een portret maakt, zorg dan dat het gezicht lichter is dan de omgeving. Wat je vaak online ziet is mensen die met een mooie zonsondergang op de foto willen. Het probleem is dan dat het licht van achter hen komt en erg sterk is. Dan zie je dus de zonsondergang wel maar het gezicht van de persoon niet. Dat zijn helaas zelden leuke foto’s. Dus belicht je onderwerp goed!
Tip: Als je inderdaad een foto maakt met veel verschillende lichtsterktes, gebruik dan de HDR modus. Je camera maakt dan heel snel verschillende foto’s met verschillende belichtingen, die vervolgens aan elkaar geplakt worden om een foto met een zo gelijkmatig mogelijke lichtsterkte te creëren.
Portretten
Als bedrijf wil je graag leuke foto’s hebben van de mensen die bij je werken. Dit kan bijvoorbeeld voor een visitekaartje zijn, voor op de website en social media. Klanten vinden het vaak fijn en leuk om te weten wie er bij een bedrijf actief zijn, want dat bouwt vertrouwen op. Maar dan moeten de foto’s dus wel goed zijn.
Het eerste waar je op moet letten is het licht. Een foto met de flits van je telefoon, recht van voren, is vaak niet zo charmant. Het is beter om licht vanuit een hoek te laten komen. Een veel gekozen hoek (gemeten vanaf recht van voren) is ongeveer 30 graden naar links of rechts en 30 graden naar boven. Voor simpele portretfoto’s met kunstmatig licht is dat een makkelijke manier om een gezicht zo professioneel en vleiend mogelijk te belichten.
Foto’s hebben iets wat je ‘bokeh’ noemt. Dat slaat op de vervaagde achtergrond bij bijvoorbeeld portretten. Telefoons kunnen om allerlei veel te technische redenen niet op natuurlijke wijze mooie bokeh creëren, daarom doen ze het vaak op basis van allerlei slimme software. Dat kan natuurlijk goed werken maar het geeft ook wel eens foutjes. Gelukkig kun je bokeh ook creëren door de te zorgen dat je zo dicht mogelijk bij je onderwerp bent, en de achtergrond zo ver mogelijk weg. De grote relatieve afstand zorgt ervoor dat de achtergrond extra ‘out of focus’ is, wat bokeh creëert.
Er is echter een ander nadeel aan de standaard-cameralens in je telefoon: Hij is te wijd voor portretten. Wijde lenzen zijn leuk voor het fotograferen van grote gebouwen en landschappen, maar doordat er heel veel beeld in de relatief kleine breedte van de foto gestopt moet worden, vervormt het ook gezichten van dichtbij. Maar de oplossing is gelukkig niet ver weg: Tegenwoordig hebben veel moderne smartphones een zoom-lens, die veel minder vervorming geeft! Dus als jouw telefoon zo’n lens heeft, gebruik die dan. En probeer anders juist wat verder weg van je onderwerp te staan en zoom dan digitaal in, want dat reduceert ook vervorming. Zorg in ieder geval dat je onderwerp in het midden zit in dit soort gevallen, want vervorming is altijd erger richting de zijkanten van de lens.
Courtesy of Fstoppers
Nog even wat betreft de achtergrond: Als je de achtergrond verder weg laat zijn, heb je ook minder lelijke schaduwen. Veel mensen zoeken een neutrale achtergrond voor hun eigen portretfoto en gaan dan tegen een muur aan staan, maar dat geeft juist veel lelijke schaduwen. Dus dat is een extra reden om te zorgen voor afstand tussen onderwerp en achtergrond!
Het is ook belangrijk dat je portretfoto’s vanuit de juiste hoek neemt. Van onderen is eigenlijk nooit een goede hoek, dat geeft zowel bij foto als video een erg onaantrekkelijk gezicht met flink wat onderkin. Het is iets wat je oudere mensen vaak ziet doen die niet zo selfie-bewust zijn, omdat ze graag hun telefoon laten rusten op hun tafel bijvoorbeeld. Maar zorg voor foto’s dus dat de camera op gelijke hoogte of iets daarboven is.
Of je een foto recht van voren maakt of meer vanaf de zijkant, of schuin van voren, hangt allemaal van het doel van de foto af. Als je een connectie tussen de kijker en de gefotografeerde wilt creëren, dan is recht van voren een goede hoek. Wil je echter de gefotografeerde in actie tonen, dan is meer schuin van voren vaak beter zodat de kijker voor het gevoel echt puur observeert als derde persoon.
Focus
Bij alle soorten van fotografie, maar zeker bij portretten, is het belangrijk dat je op het juiste onderwerp focust. Anders wordt je onderwerp ‘vaag’ en dat is niet mooi. Bij een portret hoort de focus op het gezicht, meestal specifiek de ogen. Je telefoon zal het gezicht doorgaans herkennen en erop focussen, maar als je twijfelt, tik dan gewoon even op je scherm op het gezicht of zelfs de ogen van de persoon die in focus moet zijn. Eigenlijk heel simpel, maar toch belangrijk.
Het laatste wat ik kwijt wil over deze tips is dat ze allemaal ook heel goed te gebruiken zijn voor productfoto’s! Vervorming, licht, focus: Het is allemaal erg belangrijk bij een goedep productfoto. Dus houd dat als ondernemer in gedachten.